Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het wordt gezaaid [129]in oneer, het wordt opgewekt [130]in heerlijkheid; het wordt gezaaid [131]in zwakheid, het wordt opgewekt in [132]kracht. 129. Dat is, zijnde een dood lichaam, dat lelijk en onaangenaam is om te zien en te handelen. Zie Fillip.3:21. 130. Dat is, schoon en blinkende, gelijk de sterren en de zon; Matth.13:43, en Matth.17:2. 131. Dat is, zijnde allerlei zwakheid, krankheid en mismaaktheid onderworpen. 132. Namelijk om alle verderlijkheid tegen te staan en te weren, en om zichzelven krachtig en haastig te bewegen gelijk de mens zal willen.